Wednesday, August 17, 2016

Bericht 48





Bericht 48 van het forum.
17 Aug. 2016.

De Nederlandse organisaties in Israel.

De stichting van onze organisaties vond over de jaren plaats, van voor de oprichting van de staat Israel, tot omstreeks de tijd van het beschikbaar komen van de Marorgelden aan het begin van de huidige eeuw.
Daaronder bevinden zich enkele anomaliĆ«n. De meest buitengewone is wel SCMI (Stichting Collectieve Marorgelden Israel) die een Nederlandse Stichting is en  ingeschreven bij de Nederlandse Kamer van Koophandel; zodoende staat hij buiten de Israelische wet en buiten de controle van de Israelische Rasham ha'Amoetot. Er bestaat geen wettelijke verplichting om het jaarlijks door een accountant goed te keuren rapport ergens te deponeren. SCMI is ook niet verplicht een controlecommissie te benoemen. De Nederlandse wet vereist dat niet, hoewel dat een van de belangrijke eisen is voor Amoetot in Israel.
Er moet daarvoor destijds een goede reden zijn geweest. De eerste en hoofdtaak van SCMI is de door SPI (zie hieronder) gemaakte kosten te dekken, zonder enige zeggenschap of invloed te hebben over de opgeeiste bedragen. Als tweede taak heeft SCMI de Marorgelden te verdelen over de belanghebbende organisaties. Deze volgorde is vastgelegd in de statuten van SCMI.
Hier ziet men een soort verdubbeling van functies, die we later ook zullen ontmoeten op een ander gebied. De huidige voorzitter van SCMI heeft het initiatief genomen om de financiele jaarverslagen van SCMI te deponeren bij de Rasham haChavarot (de Israelische Kamer van Koophandel). Dit is geen wettelijke verplichting.
De leden van SCMI worden benoemd door SPI (Stichting Platform Israel), dat zelf een gewone Israelische Amoeta is. SPI benoemt de leden van SCMI, zowel de statutaire onafhankelijke leden als de afgevaardigden van de deelnemende organisaties, maar heeft verder geen enkele controlerende zeggenschap over wat er in SCMI gebeurt. De vraag is wie dat de facto wel heeft, en of iemand die controle ook uitoefent. De functie van SPI, behalve het benoemen van de leden van SCMI, is nogal vaag, en SPI behoort eigenlijk geheel buiten de geldstroom naar SCMI te staan, hoewel dat in het verleden wel eens anders is geweest.
Jad Davids, van eerwaarde leeftijd, is geen Israelische Amoeta, maar een Israelisch Fonds (In het Ivriet: keren, een soort Nederlandse B.V.), dat onder de Rasham haTa'agiediem valt, met regels die bij tijd en wijle anders zijn dan voor de Amoetot die wij kennen. Ook hier moet destijds een reden zijn geweest om anders te handelen dan met de meeste organisaties van (ex)nederlanders. Het blijkt dat de AV van het Keren Jad Davids een besloten zaak is waar buitenstaanders geen toegang hebben. Dat geldt ook voor SPI en SCMI en bijvoorbeeld Beth Joles.
Een ander voorbeeld van bescherming tegen onszelf is het ouderhuis Beth Juliana. De eigenaar van het huis is een Amoeta die bestaat uit aandeelhouders, die eigenlijk 'eigenaars' zijn van het gebouw. Die aandelen zijn financieel fictief, maar ze hebben wel een doel: de directie van BJ leidt de dagelijkse zaken van het ouderhuis onder het toeziend oog van het bestuur, maar om te voorkomen dat het bestuur het in zijn hoofd haalt om het huis plotseling te verkopen, zonder inspraak van de Nederlandse gemeenschap alhier, is die Amoeta over hen heen aangesteld. Ik vond dat altijd van weinig vertrouwen in het bestuur spreken, maar met die constructie leven we nu.
Een Israelische Stichting, ofwel Amoeta, legt elk jaar rekening en verantwoording af aan zijn algemene vergadering, en bezit ook een controlecommissie en een accountant. Als die allemaal hun taak op juiste wijze vervullen kan er niet zo veel mis gaan. Dit zijn jaarlijkse gebeurtenissen die niet openbaar zijn. En de Rasham ha'Amoetot krijgt jaarlijks rapportage en kijkt welwillend toe. Jad Davids loopt dus  via iets andere regels.
Het algemene publiek is veelal niet op de hoogte van deze uitzonderlijke constructies en misschien is de tijd gekomen om hier eens ernstig over na te denken.
Er blijven nog verdere vragen open over de Marorgelden, die deel uit maken van een onderzoek dat binnenkort wordt begonnen door het bestuur van SPI, dat met een geheel verse bemanning uitgerust is. Dus het past ons daar niet verder op vooruit te lopen.
Eldad Kisch.