Monday, March 26, 2018

Bericht 163


Bericht 163 van het forum.
26 Maart 2018.

De principiële vraag betreffende de plichten en rechten van een vertegenwoordiger/ afgevaardigde van een instelling bij een andere organisatie is een onderwerp van belang; het bleef jammer genoeg geheel onderbelicht in het geschil tussen SCMI en CRDJ, en viel weg onder de tafel met gegevens over statuten die niet geheel zonder belang zijn, en persoonlijke verwijten, maar die voorbij gaan aan de hamvraag. Mogelijk zouden we kunnen leren van de ervaring van onze bestuurderen over dit specifieke onderwerp.

Yossi Dotan droeg bij aan de discussie over eventueel ontslag van Itamar Engelsman door CRDJ met de statuten van SCMI in de hand:

"Volgens de nieuwe statuten van de SCMI, 4.1 kan Itamar niet overstappen van vertegenwoordiger van een organisatie naar 'onafhankelijk' bestuurslid:
"Voorts zullen op een totaal van acht bestuursleden, ten minste twee, op een totaal van tien of elf bestuursleden ten minste drie en op een totaal van twaalf of dertien bestuursleden ten minste vier, geen bestuurslid zijn van de in lid 2 bedoelde organisaties, noch dit zijn geweest binnen twee jaren voorafgaand aan hun benoeming." 
De procedure volgens 4.4 is dat de CRDJ Itamar niet kan ontslaan, maar het bestuur van SCMI moet verzoeken dat te doen. Als meer dan een kwart van het bestuur van SCMI Itamar niet wil ontslaan, dan blijft Itamar bestuurslid SCMI tot het eind van de periode van twee jaar voor welke hij benoemd is op voordracht van de CRDJ:
"Het bestuur kan met een meerderheid van driekwart van de uitgebrachte stemmen, op verzoek van de organisatie die hem heeftvoorgedragen een bestuurslid wegens gewichtige redenen tussentijds ontslaan." 
Yossi."

De twijfel die eerder is gerezen of CRDJ een vertegenwoordiger/afgevaardigde bij SCMI kan ontslaan, en de discussie die daarover ontstond, bleek even minder relevant te zijn, want Itamar Engelsman zelf, gekwetst en gekrenkt door de ontslagbrief van CRDJ, heeft het ontslag snel aanvaard per brief. Dit valt onder een van de genoemde redenen voor het ophouden van zijn lidmaatschap in SCMI volgen hun eigen statuten. Zo zou er dus een nieuwe situatie ontstaan zijn, waar SCMI ook geen penningmeester meer zou hebben, tenzij nieuwe ontwikkelingen hier weer een mouw aan passen. En dat is dus inderdaad gebeurd: Itamar heeft nu zijn taktische vergissing ingezien en zijn overhaaste brief met aanvaarding van het ontslag meteen weer ingetrokken. De vraag is of dat zomaar kan.
Er moet een betere en effectievere manier zijn om bij ontevredenheid over de vertegenwoordiger een vervanger aan te stellen.
Terug naar af?

Echter de basis van de meningsverschillen tussen SCMI en CRDJ, die gaan over geld dat nog aan de gemeenschap toekomt, wat anders?, is in het geheel niet ter sprake gekomen, namelijk dat SCMI voor een oplossing van 'één vogel in de hand is beter dan tien in de lucht' heeft gekozen, terwijl CRDJ  nog steeds meent dat onze gemeenschap veel grotere bedragen toekomen, hetzij van SAMO, hetzij van het Nederlandse Ministerie van Financien. De vertegenwoordiger van CRDJ, die de mening van zijn bestuur kent, kan niet meestemmen met de afwijkende mening van SCMI. We zullen hierover zeker meer horen na pesach.
Dit is een goede gelegenheid u allen een feestelijke en aangename pesachweek toe te wensen.

Tuesday, March 20, 2018

Bericht 162


Bericht 162 van het forum.
20 Maart 2018.

Het vorige bericht (161) was nauwelijks de deur uit of ik kreeg een telefoontje van iemand die beter zou moeten weten, met de mening dat ik tekort was geschoten in het verifiëren van mijn bronnen. Dat er geenszins sprake was van een veroordeling van SAMO door de Raad van State inzake de verschillende eisen om inzage van documenten die tegen SAMO lopen. Ik kon niet anders doen dan een sleutelzin uit het voorlopige arrest citeren: 
“De Afdeling [van de RvS] is dan ook van oordeel dat het bestuur [van SAMO] openbaarmaking van de door appellant [= de journalist van Beek] verzochte documenten ten onrechte heeft geweigerd op de grond dat deze geen betrekking hebben op een bestuurlijke aangelegenheid.” 
 Alles tussen rechte haakjes is mijn (E) toevoeging voor de duidelijkheid!
SAMO is dus wel degelijk in het ongelijk gesteld. De bewuste documenten moeten alsnog door SAMO binnen de voorgeschreven tijd bij de RvS opgeleverd worden.
Deze zaak sleept al te lang.

Een andere ontwikkeling, nauw verbonden met deze zaak, handelt over de verplichtingen van een vertegenwoordiger/afgevaardigde van een organisatie in onze gemeenschap (en in het algemeen), die zitting heeft in het bestuur van een andere organisatie, overkoepelend of anderszins. Hij verwoordt daar de mening van de organisatie die hem verkoos als afgevaardigde. Er ontstaat een conflicterende situatie als de afgevaardigde persoonlijk een andere mening heeft of ondersteunt dan het bestuur dat hem stuurde als vertegenwoordiger, en die mening wordt hij verwacht uit te dragen. Als dit verschil relevant is, en na voldoende ruggespraak tussen de partijen zonder dat er overeenstemming is bereikt, blijven er twee wegen open voor de vertegenwoordiger: hij kan aftreden, of wel zijn taak neerleggen, of hij kan van zijn taak ontslagen worden door het bestuur dat hem oorspronkelijk benoemde. Zo'n situatie deed zich dezer dagen voor bij een belangrijke beslissing van het bestuur van SCMI, waar Itamar Engelsman als afgevaardigde fungeert van het Centrum voor de Studie van de Geschiedenis van het Nederlandse Jodendom (afgekort naar de Engelse naam tot CRDJ), en daar ook als penningmeester benoemd is. Kort samengevat heeft SCMI besloten af te zien van een deel van de gelden die zich mogelijk nog bevinden onder de vleugels van SAMO (dat een opheffingsprocedure is begonnen), met zo de zekerheid tenminste nog iets te krijgen. Dit in tegenstelling tot de mening van CRDJ dat dit een voorbarige instemming betekent, en dat er mogelijk nog meer geld ter beschikking staat, o.a. nooit uitbetaalde rente, en dat de beslissing van SCMI niet in het belang is van onze gemeenschap alhier.
Aangezien Itamar niet is afgetreden, heeft het bestuur van CRDJ besloten hem van zijn functie als afgevaardigde te ontheffen. Een brief in die zin is uitgegaan naar de belanghebbenden. Dit wil niet zeggen dat SCMI zonder penningmeester komt te zitten, want Itamar kan als 'onafhankelijke' gewoon zijn functie blijven vervullen. CRDJ zal echter een nieuwe permanente vertegenwoordiger moeten benoemen.
Itamar heeft een afwijkende lezing van de gang van zaken, en als hij dat wenst zal ik zijn uitleg graag hier opnemen.
Een belangenconflictverklaring is hier zeker op zijn plaats: ik (E) ben lid van het bestuur van CRDJ, en was tot nu toe plaatsvervanger van Itamar in SCMI en neem nu, tijdelijk, zijn plaats als vertegenwoordiger in bij SCMI.
P.S. Aangezien SCMI nu met nieuwe statuten werkt na het verdwijnen van SPI van het toneel, schijnt de organisatie die een vertegenwoordiger benoemt om haar belangen te vertegenwoordigen bij SCMI die benoeming niet op te kunnen zeggen. Dat is opmerkelijk en vreemd. Wordt vervolgd.

Leo Slijper geeft een andere kijk op het voorstel van Chaim Even Zohar:
"Chaim Even Zohar laat zijn waardering voor de recente activiteiten van het Nederlandse Rode Kruis (NRK) vergezeld gaan door een schnorr-oproep. Hoe ongepast.
De Maror gelden kwamen ons toe. Immers, de Nederlandse overheden, banken, notarissen, en vele andere instanties hebben zich verrijkt aan de Jodenvervolgingen gedurende de Duitse bezetting en in de jaren daarna, aan de gevolgen daarvan. Het Rode Kruis heeft nergens aan verdiend. Het heeft simpelweg door zich niets, maar dan ook niets, aan te trekken van onze familieleden, verraad gepleegd aan meer dan honderdduizend Nederlandse burgers.
Dat is niet goed te maken met een paar miljoen guldens, euro’s of shekels. Net zo als Maror niets heeft goedgemaakt, maar zuiver en alleen heeft betaald wat ons toekwam (en eerder minder dan meer), zo heeft het Rode Kruis niets terug te betalen, maar wel veel goed te maken.
Ik kan aan een aantal dingen denken. Een onderzoek is er al, maar zal niet door velen gelezen worden. Een inbreng met historische feiten, afkomstig uit dat onderzoek, in het nieuwe oorlogsmuseum in de Amsterdamse Plantage is mij meer waard. En mag best wat kosten. Het NRK kan ook de gespaarde energie gedurende 1940-1945, door onze families niet te helpen, nu aanwenden om het Internationale Rode Kruis (IRK) aan te zetten haar verleden te onderzoeken.
Mijn ouders, zuster en grootvader waren in Theresienstadt gedurende een van de bezoeken van een Rode Kruis delegatie, en excuses van het NRK zullen niets verlichten aan de wrok jegens het Rode Kruis als geheel, wanneer niet het IRK haar eigen verleden onafhankelijk zal laten onderzoeken, precies zoals het NRK dat nu net heeft gedaan. Het is natuurlijk ook moeilijk te vergeten dat datzelfde IRK zo veel pijn heeft gehad de Rode Davidsster te erkennen, waar het met de Rode Halve Maan heel wat minder moeite had.
Het lijkt mij gepaster deze suggesties door te spelen aan het NRK, en  niet de indruk te wekken dat een slecht geweten afkoopbaar is.
Wanneer Nini geld nodig heeft, laat het aankloppen bij de Sociale Verzekerings Bank, en laat iemand eens een schatting maken hoe veel die gespaard hebben aan de AOW wegens het droevige feit dat er toen nog zo weinig oudere Nederlandse Joden waren die daarvoor in aanmerking kwamen.       
Leo Slijper , Nofit, 16 maart 2018."

Ben Noach meent dat het nedforum zich bezig houdt met te ruim gekozen onderwerpen: 
"Vanwege de bijdrage van Leni Wesly over de Afrikaanse vluchtelingen vraag ik me af of het nedforum niet gaat afglijden naar een nedisraforum. Ik begrijp dat dit onderwerp in haar aderen schroeit en ik heb niets tegen discussiegroepen over actuele Israelische problemen, ook als dit onder de Nederlandse groep gebeurt. Maar  dan in een apart nedisraforum of hoe je het noemen wilt, en wie zich daar mee bezig wil houden, schrijft zich daar maar in. 
Zijn wij een nedforum voor de problemen van onze Nederlandse gemeenschap
en exclusief daarvoor, of niet? We hebben onder ons genoeg tsores, de problemen van de Afrikaanse vluchtelingen, hoe je er ook tegen aankijkt, horen daar niet onder.Ik vind dat er gekapt moet worden met het forum te gebruiken om onderwerpen te pushen die buiten onze gemeenschap vallen.
            Ben."

Antwoord (E): Aanvankelijk had ik enige aarzeling of dit onderwerp past binnen het zelf-opgelegde kader van het nedforum. Na enige overweging meende ik dat we onder onze leeftijdsgroep niet weinig shoah-overlevenden hebben tot wie het onderwerp ‘deportatie’ pijnlijk spreekt. Dat gaf bij mij de doorslag.

Redigeren.
Redigeren is niet alleen het corrigeren van de spelfouten (d – dt?) en de stijlfouten (zich wenden aan) die onze inzenders soms maken. Zij zijn zonder meer geexcuseerd: soms is Nederlands niet hun moedertaal, of ze hebben in de oorlog beslissende schooljaren gemist. Dat is het makkelijke deel. Niet zelden is overbodige wijdlopigheid het probleem. Daarmee heeft de redacteur het al moeilijker want iedereen is gecharmeerd van zijn eigen productie. En het onderkennen van je eigen overdadigheid in woorden valt ook niet mee, en nog minder het schrappen van mooie volzinnen waar je zo op gezwoegd hebt. Mijn vader noemde dat: 'nog eens ruiken aan je eigen drol'  - die uitdrukking haal ik vaak en graag aan.
En dan zijn er de inzenders die denken boven de wet te staan, hetzij wegens hun hoge positie in de hierarchie van onze gemeenschap, hetzij wegens hun zelfoverschatting. Daar mag niet door mensenhand aan gesleuteld worden zonder intensieve emailwisseling.
Maar redigeren is ook een kunst die niet uit een boekje te leren valt. Laatst kregen we een artikeltje voor de Aleh, waar ik deelneem aan de redigeervergaderingen voor de Aleh in uw brievenbus valt, met een zin over de treinen van Westerbork naar het verderf. De auteur schreef: 'de Joden hadden geen erg in het lot dat hun wachtte'. Dat past natuurlijk niet – je hebt geen erg erin dat een vogel op je rug heeft gepoept, maar dat kan niet bij zoiets ernstigs. De redactie wijzigde de zin in: '... geen idee van ... '
Eldad.






Thursday, March 15, 2018

bericht 161


Bericht 161 van het forum.
15 Maart 2018.

Joanne Nihom geeft haar impessies en gevoelens naar aanleiding van de ontmoeting met de Rode Kruis delegatie in Israel:
Geacht bestuur van het Nederlands Rode Kruis (NRK),
Geachte mevrouw Brakman, geachte heer De Vries,
Deze week was ik aanwezig bij een ontmoeting tussen u en oud-Nederlanders in Rannana. Het was voor mij een bijzondere en ook ingewikkelde avond. Ik was er, omdat mijn vader, eerste generatie oorlogsslachtoffer, me had gevraagd hem te vergezellen. In eerste instantie boeide het onderwerp me niet erg. Ik ben opgegroeid in de wetenschap dat je in het dorp waar wij vroeger woonden niet naar bepaalde winkels ging, want ‘de eigenaars waren fout geweest in de oorlog’ en ook ‘dat je geen steun gaf aan het Rode Kruis, want dat was eveneens fout geweest.’
Naar het inleidend verhaal van mevrouw Grüter die een verkorte weergave van haar onderzoek gaf, kon ik amper luisteren: mijn tweede generatie syndroom. Wat ze vertelde deed me pijn, het gaf een ongemakkelijk gevoel en ik wist niet goed wat ik er mee moest.
Na haar nam mevrouw Brakman het woord. Namens het NRK bood zij excuses aan voor het gedrag en het niet correct handelen van het NRK, tijdens en na de Tweede Wereldoorlog. Een emotioneel, gevoelig en persoonlijk verhaal. Ik wilde opstaan en reageren. Ik wilde zeggen dat ik het bijzonder vind dat het bestuur van het NRK niet alleen de verantwoordelijkheid heeft genomen het gedrag van het NRK toentertijd onder ogen te zien, maar daar ook daadwerkelijk mee aan de slag is gegaan. Dat terwijl de huidige leden van het bestuur lang na de oorlog zijn geboren.
Ik wilde zeggen dat ik blij was met dit positieve geluid. Maar ik durfde niet op te staan. De pijn van de eerste generatie die ik om me heen voelde, was te sterk. Met excuses kunnen zij weinig. Ze hoorden het aan, klapten wat zachtjes, soms een beetje meer, maar ze waren vooral heel stil. Hun verdriet, hun verlies is te groot, nog te vers, ook al is het meer dan zeventig jaar geleden. Uit respect voor die eerste generatie ben ik niet opgestaan.
Daarom op deze manier een ‘dank u wel’. Dank voor uw moed en wijsheid en voor het erkennen van fouten, ook al bent u er zelf niet verantwoordelijk voor geweest. Maar vooral dank voor de lessen die u eruit heeft getrokken en die u mee geeft aan nieuwe NRK mensen en iedereen die in de toekomst met het NRK te maken krijgt.
Het inzien van fouten, het erkennen van fouten, maakt mijns inziens niet alleen de weg vrij voor een betere toekomst, maar is ook de enige manier voor een beter morgen.
In het Beth Hatfutsot museum in Ramat Aviv staat geschreven op een van de muren:
“Remember the past, live the present and trust the future.”
Na gisterenavond voelt die toekomst weer iets beter.
Met warme groet, Joanne Nihom.

De zaak van eventuele ongeregeldheden met de Marorgelden blijft actueel. In een tussenuitspraak van de Raad van State inzake het Wob verzoek van de onderzoek-journalist Sjors van Beek om inzage te krijgen in de documenten van SAMO is nu opnieuw, nu voor de tweede maal, SAMO in het ongelijk gesteld. Dat wil niet zeggen dat die inzage nu meteen verleend zal worden. Deze molens malen buitengewoon langzaam. André Boers beloofde dezer dagen hier wat dieper op in te gaan voor de leken onder ons.
Lovende woorden van Albert de Vries:
1.   Eldad: een goed verslag over de bijeenkomst met het NRK.
2.     Haim : alle lof voor je strijd om subsidie te ontvangen voor ons Nederlandse Joden in Israël (via NINI). Misschien is het de moeite waard een petitie te organiseren onder de paraplu van IOH en NINI, en tevens te onderzoeken of de Nederlandse ambassade alhier haar steentje zou willen bijdragen.  
Succes, Albert.

Leni Wesly komt terug op het problem van de Afrikaanse vluchtelingen:
"Naast de stemmen die gehoord worden dat de deportatie niet alleen inhumaan, niet-Joods en economisch buitensporig is, komen er nu eindelijk vragen  over de legaliteit van dit alles. We moeten doorgaan mensen wakker te schudden voor wat er wordt gedaan in onze naam en met ons geld. Uiteindelijk zullen we allemaal verantwoordelijk worden gesteld. 
Als uw hart u geen rust geeft, kunt u zich ook wenden tot Michal Kidron 0507-875747 kidlan.michal@gmail.com   of Nicole Fleischer
Nicole.fleischer1@gmail.com of Leni Wesly l_wesly@netvision.net.il  Zij maken deel uit van een privé groep ( de Zichron groep ), sinds vele jaren actief in Zuid TA,  welke momenteel geld en droog voedsel inzamelt voor ongeveer zeven in chronische honger levende Afrikaanse gezinnen. Zij beantwoorden graag uw vragen."


Friday, March 9, 2018

Bericht 160


Bericht 160 van het forum.
9 maart 2018.

Verslag van de ONTMOETING met de DIRECTIE van het NEDERLANDSE RODE KRUIS en Dr. Regina Grüter
Onlangs is in Nederland  het  boek “Kwesties van Leven en Dood”, geschreven door Mw Dr. Regina Grüter, onderzoeker bij het Nederlands Instituut voor Oorlogs-documentatie (NIOD) gepubliceerd (Uitgeverij Balans). Zij heeft dit boek geschreven in opdracht van het Nederlandse Rode Kruis  (NRK). Dat academische onderzoek heeft vier jaar genomen, en beschrijft de handelingen van het NRK vanaf het uitbreken van WO2 inzake oorlogsslachtoffers en specifiek de Joodse doelgroep, tot na de bevrijding. Ook het onderwerp van de opvang van de overlevenden en hun terugkeer behoorde bij haar onderwerp. Niet minder kwam daar ter sprake wat er zoal is nagelaten in die periode. Na afloop van die presentatie op 2 nov. 2017 heeft het NRK haar excuus aangeboden voor de nalatigheid zich actiever op te stellen bij het lenigen van de vele noden bij die doelgroep.
Het NRK heeft de Irgoen Olei Holland benaderd met het doel in Israël een aantal ontmoetingen met vertegenwoordigers van het NRK en de schrijfster te organiseren. De ontmoeting had als centraal thema: “De houding van het Nederlandse Rode Kruis tijdens de Tweede Wereldoorlog en bij de hulpverlening direct na de bevrijding.”  Op verzoek van het NRK werd het aantal aanwezigen bij de ontmoetingen in Israel beperkt tot ongeveer 50 deelnemers per avond.
Behalve Dr. Regina Grüter waren als afgevaardigden van het NRK aanwezig:
De direkteur van het NRK: de heer Gijs de Vries
De voorzitter van het NRK: Mw Inge Brakman
Het Hoofd Communicatie van het NRK: de heer Frank Tebbe
De coördinator van dit bezoek:  Mw Karen Waterman-de Jager

De eerste bijeenkomst vond plaats op maandag 5 maart 2018 in het Performance Arts Center, Rechov Hapalmach 2A, Raanana. De organisatie was in handen van IOH, afd. Natanyah-Sharon met Yvonne Ben-Hador. De avond werd ingeleid door Ephraim Eisenmann, die de achtergrond schetste van de vraag en de noodzaak zo'n bijeenkomst te beleggen, nadat er een soortgelijke bijeenkomst was gehouden in de Snoge te Amsterdam bij de aanbieding van het boek van Dr. Grüter. Ook in Israel zijn er overlevenden die zeer negatieve meningen over het NRK meedragen.
Bij het uitbreken van de oorlog in Nederland, aldus Mw Grüter, waren er drie conventies geratificeerd door het Internationale Rode Kruis (IRK), en die hielden zich uitsluitend bezig met gewonde soldaten en krijgsgevangen. Over burgers werd niet gerept. Deze voorschriften werden door de bureaucratische vroede vaderen nogal stipt en fantasieloos nagevolgd. Het bittere lot van politieke gevangenen werd wat onder de tafel geveegd. Ook de hulp en de lauwe aanmoediging van de Nederlandse regering in ballingschap was niet erg productief, met op de achtergrond de uitgesproken mening van Koningin Wilhelmina dat alle Nederlandse burgers gelijk zijn, en dat Joden vooral niet voorgetrokken mogen worden omdat ze het wat moeilijker hebben.
De onderzoekkommissies die na de oorlog het werk van het NRK bekeken, kwamen tot veel en vernietigende kritiek op de mineure en halfslachtige initiatieven die werden gelanceerd in die verschrikkelijke tijden.
De voortreffelijke Truus Wijsmuller, die zich o.a. inzette om kinderen te redden uit Frankrijk, werd zowaar gehinderd door de leidende figuren van het NRK (wat haar gelukkig niet belette veel goeds te doen!) Wel moet vermeld worden dat zowel individuele leden van het NRK samen met buitenstaanders veel nuttig werk hebben kunnen verrichten, op puntsgewijze basis, maar dit gebeurde niet onder het dak van het NRK.
Als ik de stemming van de regenten van het NRK mag bestempelen, zou ik willen spreken over gebrek aan empathie en durf.
Mw. Grüter meldde, tot mijn verbazing, dat tegen het einde van de oorlog zo'n duizend voedselpakketten naar Bergen Belsen zijn verzonden, en 1125 naar Theresienstadt. Dit zou dan gebeurd zijn via het IRK. Ik heb daar nooit iets van gemerkt.
De voorzitter, Mw Brakman, vertelde dat ze van de presentatie van Mw Grüter, elke keer als ze hem hoort, kippevel krijgt. Zij bood aan onze gemeenschap haar excuses aan voor de pijn en de nalatigheid. Hoewel de huidige ploeg van de leiding daaraan geen enkele persoonlijke schuld heeft, waren die excuses toch zeker welgemeend.
Hierna kwam de beurt aan het publiek. De vragen en de reacties waren zeer uiteenlopend. De onvrede met het NRK was evident, het refrein "geen cent" werd enkele malen gehoord. Opmerkingen en vragen over wat het NRK gaat doen met de gewonnen inzichten voor hun toekomstige werkwijze leken mij het meest relevant en opbouwend. De leden van de directie beloofden dat er niet alleen woorden maar ook daden te wachten stonden.
Nog twee soortgelijke avonden staan op het programma, één op 7/3 in Jeruzalem en een op 8/3 in Haifa.
Eldad Kisch.
[Een kort artikel hierover stond ook vanmorgen in de Engelse editie van Ha’aretz.]

Chaim Even-Zohar heeft een suggestie om die excuses om te zetten in daden:

NINI Projekt: Het Laatste Pakketje….

Het bezoek van Nederlandse Rode Kruis Voorzitter Inge Brakman en Algemeen Directeur Gijs de Vries bij de Nederlandse Joodse gemeenschap in Israel om hun excuses aan te bieden voor het  afschuwelijke niet-humanitaire gedrag van het NRK jegens Joodse landgenoten voor, tijdens en meteen na de oorlog heeft onder de hier wonende nog overlevende 1,500 Nederlandse oorlogsslachtoffers verdrietige emoties teweeg gebracht. De voorzitter van NINI, Paulinka Kreisberg-Wiesenthal, constateerde tijdens de eerste ontmoeting van het Rode Kruis met de Nederlandse gemeenschap dat de overlevenden die het hardst getroffen zijn niet naar de bijeenkomst waren gekomen. Mede dank zij hun afwezigheid was de eerste ontmoeting “civiel” (zoals IOH’s voorzitter Ephraïm Eisenmann dat noemde).

De verontschuldigingen die de huidige bewindvoerders van het Rode Kruis uitspraken waren oprecht – daar bestaat geen twijfel aan. Doch het is, zoals men zegt “too little, too late”. De excuses moeten gepaard gaan met concrete acties om het leed toch ietwat dragelijker te maken, iets te verlichten. NINI’s Paulinka heeft haar gevoelens al gedeeld met de Rode Kruis delegatie:
“Wij zijn ons diep bewust van de gemoederen van de ouder wordende overlevenden. Wij zien hun fysieke en mentale achteruitgang, de eenzaamheid, de hulpeloosheid en last but not least ook hun financiële problemen. Opgericht in 2001, op initiatief van de Irgoen Olei Holland, heeft onze Stichting vijftien professionele sociale werksters in dienst die de overlevenden begeleiden in hun eigen vertrouwelijke omgeving, van Eilat in het zuiden tot Kiriat Shmona in het noorden van Israel,” schreef Paulinka in een brief vooruitlopend aan het bezoek van Inge Brakman en Gijs de Vries.

“Wij zijn geroerd door Uw eigen woorden die U als de kernwaarden van het Rode Kruis beschouwt, om ‘mensen in nood [te] helpen, omdat we geloven dat iedereen in nood, altijd en onvoorwaardelijk, op medemenselijkheid moet kunnen rekenen.’” schreef Paulinka.  Zelfs in de weinige concentratiekampen waar nationale Rode Kruis organisaties van verschillende landen voedselpakketten naar konden sturen, waren het alleen de Joodse Nederlanders die vergeten – letterlijk afgeschreven – waren.

Paulinka beoogt – met aanmoediging en steun van ondergetekende en mijn SCMI collega’s – een bijzonder project, waar het Rode Kruis wezenlijk en daadwerkelijk betekenis kan geven aan hun verontschuldigingen. De in Israel wonende nog overlevende Nederlandse Joden, die gedurende de oorlog in de steek gelaten zijn, kunnen nu nog geholpen worden om op een waardige manier hun laatste jaren te kunnen leven. Paulinka wil het Rode Kruis de mogelijkheid geven om “Het Laatste Pakketje…..” te sturen, meer dan 75 jaar te laat. Letterlijk, op het laatste moment.

Paulinka informeerde het Rode Kruis dat “de Nini Czopp Association de steunpilaar is van de Nederlandse gemeenschap in Israël, een organisatie waar vroeg of laat bijna iedereen terecht zal komen. Op dit moment geven we steun aan meer dan 1000 mensen en in tegenstelling tot andere organisaties waarvan de leden afnemen, wordt de vraag naar onze hulp groter: groter naarmate mensen ouder worden, de noden groeien omdat deze mensen steeds minder mobiel worden en de vraag naar onze diensten neemt toe naarmate er meer en meer gezondheidscomplicaties optreden. Voor overlevenden die zonder enige familie achter zijn gebleven, voor mensen die aan dementie lijden en in hun ziekte de ellende van de Holocaust herbeleven is onze Stichting hun redding en toeverlaat,” concludeerde Paulinka.

Tijdens de eerste bijeenkomst van de Rode Kruis delegatie met de Nederlandse gemeenschap vroeg ik aan de bestuurders of het juist is dat het NRK per jaar inkomsten heeft van €91 miljoen (2016). Van dit enorme bedrag wordt jaarlijk 42%, dus over de €38 miljoen besteed aan projecten in het buitenland – in Afrika, Azië, het Midden-Oosten (vooral Syrië en Gaza). En Israel? Op die vraag gaf directeur Gijs de Vries een ontwijkend antwoord, geen getallen. Voorzitter Inge Brakman legde uit dat men via de landelijke Rode Kruis organisaties (bij ons Magen David Adom) werkt en volgens het internet heeft het Rode Kruis hulp aangeboden bij beschietingen op zowel Gaza als op Sderot. In het jaarverslag van het Rode Kruis wordt hulp “aan de Palestijnse gebieden” geïdentificeerd als een belangrijke ontvanger van hulp van Nederland. Ongetwijfeld hebben de mensen in de West Bank en Gaza hulp nodig – en wij gunnen het hen graag. We willen politiek hier ook volledig buiten blijven.

Paulinka en ik menen dat het Rode Kruis “buiten de box” moet denken en een mogelijkheid moet vinden om deze excuses met daden op te volgen. We moeten er gezamenlijk naar streven dat er voldoende financiële middelen gevonden worden om aan elk eerste-generatie Nederlands vervolgingsslachtoffer begeleiding te kunnen geven zolang ze leven. Als voorzitter van SCMI weet ik dat wij, helaas, niet de middelen hebben om NINI te steunen “tot het einde” – en we praten over nog een kleine tien jaar. De gemiddelde leeftijd van de Nederlandse Holocaust overlevenden is nu 82-jaar. De tekorten die NINI verwacht zijn geen grote bedragen – en wij steunen met hart en ziel Paulinka’s pogingen om van het Rode Kruis toch dit “Laatste pakketje" te krijgen. Dat is toch wel het minste dat ze kunnen doen voor de mensen die ze in het verleden in de steek gelaten hebben.

Chaim Even-Zohar.


Tuesday, March 6, 2018

Bericht 159


Bericht 159 van het forum.
6 Maart 2018.

Albert de Vries geeft hierbij zijn indrukken over het nedforum. Ik ben blij dat hij weer terug is in de gemeenschap, en heb hem als teken van waardering wat meer plaats ingeruimd dan mijn gewoonte is (E). Zijn woorden zijn iets ingekort en geredigeerd:

"Het Nedforum verscheen in een periode, dat ik herstellende was van een medisch evenement, waar ik grotendeels goed over heen ben. Ik besloot de mails van Nedforum niet meer te openen; wel heb ik af en toe eens even "stiekem gespiekt". Ik stopte het lezen van deze mails, toen ik op een HB vergadering van de IOH, vreselijk beschuldigd werd door een van de leden, dat ik geen recht had om over MAROR-gelden te spreken, want ik was "van iemand een handlanger". Nooit in mijn lange leven ben ik door iemand zo ernstig gekwetst.
Toch heb ik, nu ik weer op weg ben "de oude te zijn" de laatste 10 mails, # 145-155 geopend en mij voor de eerste keer verdiept in de inhoud van al die mededelingen. Eldad vaak "chapeau" (1).
Hieronder mijn commentaar na een stilzwijgen vanaf uur zero.
Mijn benoeming tot hoofdredacteur van Aleh (dé krant, niet "het krantje"; citaat van mijn voorganger Ya'acov Yanay), voorzitter van de IOH, van SCMI en de stichting
Beit Juliana, was een grote eer.
Al in de eerste Nedforum mails, ergerde ik mij aan al die onnodige informatie; mijn opvatting wat betreft democratie is, dat de plaats van kritiek (positieve en negatieve), reactie en repliek noet plaats vinden in een parlement, een gemeenteraadsvergadering, een bestuur van een vereniging of een stichting.
Ik vroeg mij af, of de publicaties eigenlijk in vele gevallen  niet een persoonlijke afrekening zijn van de betrokken personen, of verkondigd werden op basis van een eigen gekleurde mening. Is het de bedoeling veel oudere mensen onder onze leden (waartoe ik zelf behoor en die de meerderheid van onze gemeenschap vormen) onrustig te maken en hun misschien - vaak  niet terecht - het gevoel te geven, dat zij bestolen zijn?
Na lezing van bovengenoemde 10 publicaties, verander ik mijn standpunt in zekere mate, want ik heb een paar lichtpunten gezien. Laat ik beginnen met bericht # 150: Ben Noach, de legendarische en bescheiden voorzitter van Akevot: In de periode van mijn SCMI-voorzitterschap was Akevot de enige stichting, die ons ongevraagd mededeelde, dat zij geen subsidie meer nodig hadden  (Ben, opnieuw Chapeau (2), een hele hoge hoed).
Bericht # 150. Ik heb met aandacht het bericht gelezen van Haim Even Zohar,
mijn opvolger als voorzitter van SCMI. Toen mijn team in 2007 de leiding in
SCMI overnam, was er in het kader van het toenmalige budget nog geld
voor subsidies voor nog slechts ca. 2 jaar. O.l.v. de toenmalige
penningmeester Ido Heymans met goedkeuring van het bestuur, werd de
kostenpost rigoureus teruggedraaid met als gevolg, dat er nog 10 jaar geld
zou zijn om de gemeenschap te subsidiëren (tot 2017). Na Haim's verslag
blijkt er nog geld te zijn tot 2020; ik veroorloof mij te zeggen 'chapeau team Haim'(3).
Wat betreft het aanvullende commentaar van André Boers - eveneens in bericht # 150
– hier een paar kanttekeningen:
1.      Dat SCMI een Nederlandse stichting is, was uitsluitend een beslissing van de Nederlandse overheid en  niemand anders. Dit is nooit veranderd. Bij mijn besprekingen in Den Haag bij het ministerie van Financiën is ook aan de orde gekomen de opheffing van SCMI en SPI. Dit is niet het besluit van deze of gene in Israël en/of Nederland, maar is vastgelegd door de Nederlandse overheid.
2.      Boers' advies, dat "we het alleen maar kunnen raden", is helaas een
vervolg van de heksenjacht op Avraham Roet.
3.      Het indienen van projecten door SPI vond plaats in een periode dat de organisatie van SCMI nog niet zo georganiseerd was. In de periode van mijn voorzitterschap werden de subsidies aan SPI gediscontinueerd
4.      Wat betreft de benoeming van de bestuursleden in SCMI – deze vonden plaats
volgens de statuten, die indertijd geformuleerd en vastgelegd zijn door de Nederlandse Overheid en gedeponeerd werden bij de Kamer van Koophandel in Amsterdam.
5.      Ik betreur het, dat de lezers van Nedforum soms ook verkeerde
informatie wordt voorgeschoteld.
6.      En om te eindigen met Avraham Roet: Opnieuw betreur ik het, dat er ooit
zo'n heksenjacht geopend is op Avraham. In de zakenwereld was hij een zeer
gerespecteerde collega van mij. Hij was en is nog altijd een bulldozer in optima forma. Een type zoals Arik Sharon: eerst handelen en daarna kijken of het goedgekeurd wordt en de uitslag goed zal zijn. In de eerste periode van de MAROR-gelden, die niet meteen overgemaakt werden, heeft Avraham uit zijn privézak de eerste kosten gedekt. Of alles precies volgens de regels en het boekje is gegaan, maar de Joodse gemeenschap in Nederland en in Israël heeft een meer dan gezegend bedrag ontvangen op een hoogte die niet bereikt was zonder "de bulldozer" Avraham en zijn team (Chapeau 4). Het resultaat – zowel in Nederland als in Israël – was twee bloeiende gemeenschappen, nadat wij gedecimeerd en berooid uit de Shoah zijn teruggekomen. Vaak was ik het niet eens met Avraham, maar ik ben ervan overtuigd, dat hij voor de Nederlands Joodse gemeenschap  in NL en IL zijn gewicht in goud waard is.
7.       Ik citeer: "De genezing van deze ​uitermate vreemde situatie komt
laat, heel erg laat. ​Maar in ieder geval hebben we ​binnen SPI er ​een eind
​aan ​gemaakt​. SCMI staat van nu af aan geheel op eigen benen."
Verre van nauwkeurig:
a.       De beëindiging van SPI is niet een zaak van het bestuur van SPI,
maar een besluit van de Nederlandse overheid. En ja, die uitvoering is (te?) laat gebeurd.
b.      SCMI heeft altijd op "eigen benen" gestaan, de voorgestelde bestuursleden werden slechts bekrachtigd door de SPI.
Ik ben niet van plan verder in discussies te gaan. Ik wens alle lezers een goede en gezonde  voortzetting van 2018.
Avraham (Albert) de Vries."

De Nederlandse Ambassade in Israel meldt geinteresseerden : "Op 21 maart 2018 vindt in Nederland een raadgevend referendum plaats over de nieuwe Wet op de inlichtingen- en veiligheidsdiensten (Wiv). Als Nederlander woonachtig in het buitenland kunt u ook deelnemen aan dit referendum door u tijdig te registreren en u kunt uw stem uitbrengen middels een briefstembewijs. Het is ook mogelijk om iemand te machtigen om voor u te stemmen.
Voor verdere informatie over stemmen vanuit het buitenland en de werkwijze van de Gemeente Den Haag kunt u terecht op: http://www.denhaag.nl/nl/bestuur-en-organisatie/verkiezingen/kiezers-buiten-nederland/stemmen-bij-het-raadgevend-referendum-als-u-in-het-buitenland-woont.htm
Ook kunt u voor vragen contact opnemen met de Gemeente Den Haag via +31 (0) 70 353 4400 of met Buitenlandse Zaken via +31 247 247 247. "

Annelien Kisch schrijft aan Leni Wesly n.a.v. haar inzending over de Afrikaanse vluchtelingen en de dreigende deportatie:
"ontroerend mooi wat je schreef, Leni, op het Nedforum !!
en zo juist !"

Op 5 maart vond de eerste ontmoeting plaats met de delegatie van het Nederlandse Rode Kruis in Israel in Ra'anana, waarover al eerder aankondigingen verschenen. Er volgen nog ontmoetingen in Jeruzalem en Haifa (op 6 en 7 maart). Ik hoop over die eerste avond iets in een volgend forum te schrijven (E).

Tenslotte, het HB van de IOH verraste ons met een bericht over verkoop van de Aleh aan een belangrijk consortium. Niet alle lezers hadden meteen door dat het hier ging om een poeriemgrap.  Een potpourri van de binnengekomen reacties werd enkele dagen later ook door de IOH rondgestuurd. Wisselend tussen ongeloof en tegenzin om met de  niet zo schone tycoon Elovitz in zee te gaan. Enkele lezers stuurden hun impressies over deze grap naar het nedforum, en dat pakte ook niet zo positief uit.