Friday, December 29, 2017

Bericht 147

Bericht 147 van het forum.
29 December 2017.

Chaya Brasz vervolgt haar inzichten over de HONI-periode:

Onze adviseurschappen bij SPI en wat we er mee deden (2) 
Chaya Brasz
Uit voorgaande stukjes over HONI is al gebleken dat Yossi Dotan en ik van die periode een verschillende herinnering overhielden. Hij schreef in Nedforum 145:
“Ik kan me niet herinneren dat "HONI-voorzitter Yossi Dotan door SPI zwaar onder druk gezet is en overliep". Wel begreep ik, dat de SPI, opgezet en geleid door Avraham Roet, belangrijk was, en heb Avraham op zijn verzoek bijgestaan als adviseur (niet als vertegenwoordiger van enige organisatie).”

            Na HONI werden wij dus allebei “adviseur”. Maar hoe is het met hem verder gegaan? Ik wilde er geen geld voor hebben. Ook een vervolg erop, dat “vacatiegelden” had kunnen opbrengen, liet ik lopen. Dat laatste was in mijn ogen fictief en omdat ik niet meer meedeed raakte ik weg uit deze activiteiten. Dotan doet er het zwijgen toe. Verdere informatie moet dus van elders komen.
            We hebben het over de periode van spanning tussen de net opgerichte SMO en de SPI. Daarin speelde de zogenaamde “Helpdesk Israël” een rol. Die bestond al eerder maar is op 31.12.2001 gesloten. De Stichting Maror-gelden Overheid (SMO, voorloper van SAMO) is op 1.12.2000 opgericht. Door dat ene jaar overlapping komen in het eerste jaarverslag van de SMO enkele ongunstige  beoordelingen voor over die Helpdesk Israël. Dat strekt zich ook uit tot de “Accountantsverklaring inzake financiële verantwoording”, getekend door A.A.J.J. van Wersch RA, accountantskantoor Mazars Paardekooper en Hoffman (MPH). De Helpdesk Israël viel niet onder de SMO, maar onder een afzonderlijke financiering door het Ministerie van financiën. De klacht van de SMO in 2001 luidde, dat een financiële verantwoording van kosten door de Helpdesk Israël achterwege bleef. In 2002 meldde MPH over de Helpdesk, dat “met betrekking tot een aantal posten geen uitspraak gedaan kan worden over de vraag of deze rechtmatig zijn.”
Welke zijn die posten?
            Het gaat om publieke gelden, de cijfers zijn openbaar en “alles steht geschrieben”. Bovenaan staat tot mijn verrassing niemand anders dan Yossi Dotan en in de toelichting is sprake van “afspraken tussen Y. Dotan en het bestuur van SPI”. Het bedrag? Het factuurbedrag luidde NIS 76,750.- waar v.a.t. bij was inbegrepen. 85% (NIS 64,643.-) kwam ten laste van de Helpdesk. De kosten van het CRDJ voor mijn eigen werkzaamheden bedroegen NIS 64,232.-, waarvan NIS 49,174.- onder de Helpdesk vielen. Er was nog een derde post, (PriceWaterhouseCoopers met NIS 28,005.-) die ik nu voor het gemak maar even terzijde laat. Mij valt op dat de bedragen voor Dotan en het CRDJ bijna gelijk zijn (ca. NIS 65,000.-).
            Wij zijn dus in ieder geval gelijk behandeld en ik hoop dat ook Yossi Dotan, die een gerespecteerd lid is van onze gemeenschap en veel vrijwilligerswerk heeft gedaan, een goede en zinvolle bestemming binnen die  gemeenschap vond om dat geld aan weg te geven. Transparantie hierover is  wel gewenst.

Shalom Pront geeft wat afwijkende achtergrondinformatie over de goede oude tijd van HONI, die berusten op het gepubliceerde van vorige week, dus niet op het bovenstaande bericht van vandaag:
"Ik vond die ontboezemingen van Yossi en Chaya zeer interessant, temeer
omdat ik mij wat anders herinner van die periode.
Omdat ik een van die lastige personen ben die alles, te pas of te onpas, bewaart, ben ik eens op zolder gaan snuffelen en VOILA! Daar vond ik een aantal paperassen die op deze zaak betrekking hebben.
Ik wil hier niet mijn eigen mening geven en denk dat iedereen maar zijn eigen conclusies moet trekken. De papieren heten : roetval1.doc  ; roetval2.doc  ;   samenvatelburg.doc en vergspi.doc.
Hier volgend de links:

mvg
Shalom Pront".

Ithamar Perath stuurt zijn impressies:
Ik snap allang niets meer van de SAMO/SPI/CRDJ schandaaltjes, maar geniet van het parelende Nederlands.
Het laatste Forumbericht (146) bracht mij in de herinnering een definitie van de eens gebezigde volkstaal, het Amsterdamse jiddisj.
Als volgt: "Ene die, trotsch hij leeft, zich in een staat van ontbinding bevindende ombrenger". 
Wie of wat zou dat wel zijn?
Gewoon, een frotter hourik
ITH



Friday, December 22, 2017

Bericht 146

Bericht 146 van het forum.
22 December 2017.

Chaya Brasz reageert op Yossi Dotan:
Onze adviseurschappen bij SPI en wat we er mee deden
De reactie van Yossi Dotan op mijn schrijven over HONI bevat de informatie, dat hij op verzoek van SPI-voorzitter Avraham Roet adviseur werd bij SPI (niet als vertegenwoordiger van enige organisatie). Dat is exact de zelfde status als die ik kreeg. Ook ik werd onafhankelijk adviseur en wel met de opdracht het eerder door mij genoemde demografische betoog te schrijven. Na enige tijd bleek mijn adviseurschap geen vrijwilligerswerk te zijn en ik neem aan dat dat bij Yossi Dotan ook zo is geweest. Zoals ik eerder schreef wilde ik de NIS 60,000.-, die ik er aan verdiende, niet ontvangen, waarna ze via SPI na aftrekking van NIS 1,000.- onkosten, naar het CRDJ zijn overgemaakt, waar ik toen werkte.
In de tijd, dat dat gebeurde (2002), merkte ik dat men in Nederland ongelukkig en ongerust was over deze gang van zaken. Ik heb er apart een persoonlijk verklaring voor moeten afleggen, dat ik afstand deed van dat geld. Na mijn rol bij de vaststelling van de verdeelsleutel (26-74), is mij door de SPI-voorzitter voorgesteld dat ik adviseur zou blijven en in die hoedanigheid naar de SPI-vergaderingen zou komen. Mij werd uitgelegd dat ik daarvoor een soortgelijke hoge som per uur in de wacht kon slepen als met het demografisch verslag en dat dat geld dan eveneens met mijn toestemming via SPI ten goede zou kunnen komen aan het CRDJ.
Daar heb ik toen (2002) niet aan meegewerkt, wat niet zo eenvoudig voor mij was, want SPI-voorzitter Avraham Roet was inmiddels ook voorzitter van het CRDJ geworden, mijn baas dus. Ik vond die voorgestelde taak echter fictief en daarmee een vorm van oplichting van het ministerie van financien in Nederland, waar ik niet aan wilde meewerken. Ook zag ik in deze methode een voortrekken van het CRDJ ten aanzien van de andere Nederlandse organisaties. Wel bood ik aan, dat SPI zich per keer dat er een werkelijk advies van mij nodig was, tot mij zou kunnen wenden, wat zoals ik verwachtte niet meer is voorgekomen. Niet lang daarna ben ik overigens uit mijn baan bij het CRDJ ontslagen, een verhaal op zich, dat ik ook nog wel eens ga vertellen als de tijd er rijp voor is.
In ieder geval was het overstappen van Yossi Dotan naar SPI voor mij en diverse andere HONI-mensen, in tegenstelling tot hoe hij dit zelf blijkt te hebben ervaren, een echte waterscheiding en een afscheid van democratische organisatievormen in onze gemeenschap. Waar ik nu wel heel erg benieuwd naar ben is of ook Yossi Dotan een honorarium ontving voor zijn adviseurschap, hoe veel dat is geweest en wat hij er mee heeft gedaan.
Chaya Brasz .


Klein voorval: de Nederlandse rechtbank had verzuimd aan SAMO te melden dat er bezwaar was aangetekend tegen hun ontbinding, en wel binnen de daarvoor aangewezen termijn, door het Centrum voor de Studie van de Geschiedenis van het Nederlandse Jodendom in Jeruzalem. Sterker, SAMO had ten onrechte een akte gekregen dat zij wettelijk gerechtigd waren om in ontbinding over te gaan. (Ik vind dat een mooie term, die ik graag gebruik, en het is nog goed Nederlands ook (E)). De rechtbank  excuseerde zich voor deze fout van de griffie, en SAMO kan dus niet zichzelf opheffen tot de rechtbank zich buigt over dit verzet. Zulke fouten kunnen kennelijk ook in Nederland voorkomen.

Monday, December 18, 2017

Bericht 145

Bericht 145 van het forum.
18 December 2017.

Op mijn vraag wie er achter Maror Research 2 Ltd. stond bleek het antwoord makkelijk te vinden in het Accountantsrapport van de firma Dekel uit 2014. Zij schrijven daarover als volgt:
21. From reviewing the registrar of companies data it appears that:
a.       Company's name (Hebrew): MAROR MECHKARIM 2 LTD
b.      Company's name (English): MAROR RESEARCHES 2 LTD
c.       Company's Type: Private
d.      Company's I.D: 514390699
e.      Company's Address: Ye'elim 7 Ramat Gan (private address of Abraham Roet)
f.        Company's objective: to engage in any legal business
g.       Shareholders: Roet Abraham ID 009208323
h.      Directors of the Company: Roet Abraham ID 009208323
Inkomsten voor deze organisatie op grond van gemaakte kosten liepen direct via de rekening van SAMO in Israel zonder tussenkomst van SCMI (wat de meer gebruikelijke route was).

Itamar Engelsman schreef mij met het verzoek niet uit naam van SCMI veronderstellingen te publiceren. Duidelijk was het geschrevene op bericht 144 niet uit naam van SCMI maar van het forum. Als het van SCMI was binnengekomen, dan was dat zeker op onmiskenbare manier vermeld.
Het forum is er om overal over te schrijven, of inzendingen op te nemen, waar het publiek mogelijk belangstelling voor heeft. Dus Itamar – "je kan me wat!"

Yossi Dotan zond een reatie op de brief van Chaya Basz:
Eldad sjalom, 
Het was interessant om de aanvullingen van Chaya Brasz te lezen over HONI. Slechts een kleine opmerking: Ik kan me niet herinneren dat "HONI-voorzitter Yossi Dotan door SPI zwaar onder druk gezet is en over liep". Wel begreep ik, dat de SPI, opgezet en geleid door Avraham Roet, belangrijk was, en heb Avraham op zijn verzoek bijgestaan als adviseur (niet als vertegenwoordiger van enige organisatie). HONI is blijven bestaan om het onderwerp Dolman-gelden af te werken. Avraham Roet, bijgestaan door het bestuur van SPI, is er in geslaagd de Maror-gelden te krijgen, ere wie ere toekomt. HONI en SPI waren geen concurrenten, van overlopen was dus geen sprake. 
Yossi.




Sunday, December 10, 2017

Bericht 144

Bericht 144 van het forum.
10 december 2017.

Schot in de zaak.
Er is een zekere vooruitgang in de Marorzaken te bespeuren. De vraag is in welke richting.
Nadat er besloten is om SAMO op te heffen, hebben de financiële bescheiden van deze organisatie gedurende twee maanden ter inzage gelegen voor het publiek
op hun burelen en bij de Kamer van Koophandel in Amsterdam. Zolang er geen bezwaren zijn ingediend bij de rechtbank, kan het SAMO-bestuur nu overgaan tot uitbetalen van de restantgelden, en komt er een eind aan het bestaan van SAMO.
Het probleem is dat de twee partijen, enerzijds SAMO, en anderzijds die organisaties die menen nog gelden te moeten ontvangen, elkaar niet recht in de ogen zien.
Wie zijn deze laasten? Dat is in de eerste plaats de Israelische SCMI, die de hoofdverdeler is van Marorgelden aan o.a. organisaties in Israël; maar ook deze organisaties hebben meningen, verwachtingen en bevindingen in dezen. Die lopen niet altijd parallel met de mening van SAMO
SAMO heeft berekeningen gemaakt over hoeveel er nog te verdelen valt. Maar sommige stichtingen en personen zijn van mening, dat er nog veel meer restgelden zijn, b.v. rentes over gelden die al eerder uitbetaald hadden moeten worden. Daarenboven rijzen er vragen of iedereen die op de lijst van SAMO staat inderdaad gerechtigd is om aan die verdeling mee te doen. Wie staat bijvoorbeeld achter "Maror researches 2 Ltd" en waarom komt die instelling nog geld toe buiten de gebruikelijke kanalen van SCMI om?
SCMI heeft schijnbaar besloten om schoorvoetend te aanvaarden wat er uit de rest-pot komt en en geen bezwaar te maken bij de rechtbank. Wellicht zoekt SCMI andere wegen het tekort te achterhalen. Andere organisaties, die principiële bezwaren hebben tegen de door SAMO voorgestelde verdeling zijn actiever.
Om deze zaak te stoppen er tot op de bodem uit te zoeken is er nu bij de Nederlandse rechter een bezwaarschrift ingediend. Dit verhindert de liquidatie van SAMO tot de rechter een uitspraak doet. Net zoals bij Platform Israël de rasham ha’amutot zich metterdaad heeft gemengd in de voorgenomen liquidatie van deze (Israëlische) stichting en de afdeling controle en handhaving der wet van het ministerie van justitie opdracht heeft gegeven bepaalde zaken aangaande Platform uit te zoeken.
Wordt vervolgd. Dit kan nog interessant worden. (E).

Chaya Brasz geeft haar herinneringen aan HONI:
Meer over HONI en het begin van het grote geld
Leuk om in Nedforum over de Dolmangelden en de stichting HONI te lezen. Ik heb wat  aanvullingen. HONI betekende  Hulp aan Oorlogsslachtoffers uit Nederland in Israel. Opgericht door de IOH onder voorzitter Mirjam Dubi. De naam HONI is van betekenis want er stond dus ‘oorlogsslachtoffers’ in en dat was omdat dit geld, eigendom van de Nederlandse overheid (afkomstig uit de ‘goudpool’), door de commissie Dolman werd bestemd voor diverse groepen ‘oorlogsslachtoffers’. Dat Elah en Ayalah niet met HONI meededen was, omdat zij vonden dat zij bij uitstek de organisaties waren die voor de Joodse oorlogsslachtoffers in Israel werkten en dat het geld niet over meerdere organisaties moest worden verdeeld. Mirjam Dubi was van mening dat ook andere Nederlandse organisaties diensten verleenden aan oorlogsslachtoffers, ook al heette dat niet altijd zo. Zij had dus een brede organisatie op het oog. Nadat HONI eenmaal was opgericht, dienden Elah en Ayalah wel projecten in, maar namen geen zitting in het bestuur .

Hoe weinig men geloofde in de werkelijke komst van dat geld, bleek mij destijds als directeur van het Center for Research on Dutch Jewry (CRDJ). Mijn bestuur wilde niet in HONI zitting nemen, geen enkel bestuurslid was bereid naar vergaderingen te gaan. De uitzondering was Bob Engelsman, die dit echter niet kon doen, omdat hij zelf al in HONI zat voor Jad Davids. Hij zei mij dat ik er voor het CRDJ dan maar als directeur naar toe moest gaan. En zo kwam ik in HONI terecht. Ik schreef enkele projecten en diende die in, zonder dat mijn bestuur er serieus naar omkeek. Omdat ik nogal betrokken was bij demografisch onderzoek in Nederland en wij – HONI – wel begrepen dat bij verdeling van geld kennis van de demografische opbouw van onze eigen gemeenschap in Israel van belang was, diende ik voor het CRDJ, met warme steun van Bob Engelsman een groot demografisch project in, waar we het geld voor kregen en dat ik prompt ben gaan uitvoeren samen met dr. Jona Schellekes en enkele studenten die we inhuurden.

Dat onderzoek werd de basis voor mijn latere rapport inzake het vaststellen van een verdeelsleutel tussen Nederland en Israel voor de Marorgelden, dat ik toen schreef in opdracht van SPI en dat zo gunstig mogelijk moest uitvallen voor de gemeenschap in Israel,  want die was in Nederland geschat op hooguit 10%! Zonder de academische betrouwbaarheid geweld aan te doen, heb ik wel zeer in ons voordeel geinterpreteerd en kwam uit op 26-74. (26% voor ons). Na  verdediging van mijn rapport in Nederland – waarvoor ik door SPI ben overgevlogen – is dat exact de verdeelsleutel geworden. Het extra – en absurd hoge, want Nederlandse – salaris dat ik ermee verdiende, wilde ik niet hebben en dat is dus als donatie bij het CRDJ terecht gekomen.

De Dolmanfase en HONI zijn van grote betekenis geweest voor de hoeveelheid Marorgeld die uiteindelijk naar Israel kwam. Ik heb HONI ervaren als een eerlijke en goed geleide organisatie, maar het conflict over de interpretatie van de “hulp aan oorlogsslachtoffers” en het feit, dat enkele organisaties daarom tegen HONI waren, leidde er toe dat, toen Maror aan de orde kwam, naast HONI de SPI werd opgericht. Het alternatief zou zijn geweest, dat HONI voor de Marorgelden was omgebouwd. Over het opgaan in SPI waren hevige discussies in HONI. Een deel van de bestuurders – onder wie Mirjam Dubi – bleef tegen die nieuwe organisatie met een heel ander slag mensen dan we gewend waren. We vonden dat SPI niet democratisch tot stand was gekomen. HONI-voorzitter Yossi Dotan werd door SPI echter zwaar onder druk gezet en liep over. Waarschijnlijk begreep hij, dat de grote onderhandelaars voor een maximaal resultaat nu eenmaal niet in HONI zaten. Dat werd het einde van HONI, een brave en nette Nederlandse club, ontsproten aan de toenmalige IOH onder leiding van Mirjam Dubi, ere wie ere toekomt.
Chaya Brasz


Tuesday, December 5, 2017

Bericht 143

Bericht 143 van het forum.
5 December 2017.

Van Shalom Pront een reactie op bericht 142 Nedforum:
Dubbele dank aan Yossi Dotan, allereerst voor zijn beknopte en precieze beschrijving over de besteding van de Dolmangelden. En nogmaals dank voor de voortreffelijke wijze waarop hij dat project tot een suksesvol einde wist te brengen, ondanks de felle pogingen van zekere elementen in de nederlandse kehillia die probeerden dat klusje van hem over te nemen. In mijn aanstaande documentaire “Roet in 't eten” is daar een apart hoofdstuk aan gewijd, compleet met documentatie.  Ter verklaring: Het was niet mijn bedoeling om de Dolmangelden ter sprake te brengen, maar om aan te tonen dat er bij de israelische onderhandelaars toen al een neiging was om hun eigen geheime doel na te streven, ongeacht de nederlandse richtlijnen. Het bewijs ligt in de hedendaagse weigering om inzicht te verschaffen. Shalom Pront 2017

Van Giora Nevo:
            Bedankt, een zeer interessante mededeling.
Altijd is er iemand die ons aan verledentijdse ongemakkelijheden herinnert, de laatste keer was het dhr. Shalom Pront. Vandaag, dhr. Yossi Dotan, accoutant (CPA)  die volgens het IOH intiatief en voorstel de amoeta Honi oprichtte en ook het voorzitterschap  bekleedde van deze (organisatie zonder winst - ע"ר) (stond er niet bij). Deze keer ging het om de Dolmangelden, toen bestonden de Marorgelden nog niet, volgens mijn mening, wat maakt het uit: "Gelden zijn gelden, de naam doet er niet toe." 
Wanneer men het een en ander weten wil, is de gemakkelijkste weg voor ons gewoon even naar het internet te kijken, hetgeen ik gedaan heb, kan me ook niet precies van alles herinneren.
Vond enkele uittreksels die misschien interessant zijn voor de vele nedforum lezers en de moeite waard zijn ze even door te lezen.
Hier enkele links:
http://staal.bz/Books/Boek-1/RS/Noten/Honi/honi-May-24-98.pdf


Groeten, Giora.

Wanneer we elkaar ontmoeten – zal ik alles vertellen. De brieven van Reina De Vries-Spier  (1945 – 1946). In het Ivriet. 180 Pagina's. Prijs 40.- NIS.
Zeventig brieven in het Nederlands, geschreven meteen na de oorlog door Reina De Vries-Spier, advocate, echtgenote van een rabbijn en actieve Zioniste. Ze waren gericht aan haar familie in de V.S., die erin geslaagd waren om uit Nederland te vluchten in mei 1940.  De brieven beschrijven haar leven gedurende de shoah en het jaar na de bevrijding. Zij was voorzitter van het Reconstructie comité in Enschede tot november 1945 en daarna juridisch hoofd van L'ezrat Hayeled in Amsterdam. Samen met haar echtgenoot opende ze hun huis voor wezen en andere overlevenden in nood, in de overtuiging dat hun overleving "betekenis moet hebben". De gedetailleerde beschrijving van de chaos die heerste in Holland gaat gepaard aan gedachten over de toekomst van het Joodse volk, met name in Holland; haar verlangen om verenigd te worden met haar familie en de vooruitzichten op het moederschap na acht jaar huwelijk. Reina overleed op tragische wijze in het kraambed, in Amsterdam op 36-jarige leeftijd. De auteur van het boek is haar naamgenote. In het boek verschijnen drie stemmen: de heldere stem van Reina, de stoicijnse stilte van haar jongere zuster (de moeder van de schrijfster), en de reactie van de schrijfster op de brieven nadat ze uiteindelijk geslaagd was een volledig beeld te reconstrueren van de geschiedenis van haar familie.

Het boek is te bestellen gedurende het symposium over Ego-documenten in Jeruzalem op 10 en 11 december, of direct via Carmel Publishing House ( Carmelph@zahav.net.il, tel: 02-6540578). Het boek wordt per post toegestuurd.