Bericht
148 van het forum.
5 Januari
2018.
Itamar
Engelsman wees op het volgende bericht dat op 31 december verscheen in de
Jerusalem Post (door Tamar Zieve).
Hier is
ook een relevante link betreffende een krantenbericht in Nederland:
https://www.volkskrant.nl/binnenland/joodse-eigenaren-van-geroofd-vastgoed-den-haag-krijgen-compensatie~a4467888/
De
gemeente Den Haag geeft compensatie/restitutie voor diegenen die gedwongen
werden gedurende de Tweede Wereldoorlog hun gemeentebelastingen door te
betalen, ondanks verblijf in kampen of onderduik. Vanaf 1 januari kunnen
aanvragen ingediend worden, ook door nabestaanden.
De heer
W. Gommers van de Nederlandse Ambassade in Tel Aviv gaf duidelijker informatie
met contactpunten:
Regeling
individueel Joods moreel rechtsherstel start op 1 januari 2018
Den Haag, 29 december
2017
Op 1 januari 2018
gaat de individuele regeling voor Joods moreel rechtsherstel van start. Tot
eind 2018 kunnen Joodse particuliere woningeigenaren in Den Haag of hun
nabestaanden, die na de oorlog straatbelasting en erfpacht hebben betaald over
de periode 1942-1945, een aanvraag doen.
De gemeente Den Haag
heeft na de Tweede Wereldoorlog naheffingen opgelegd aan Joodse
woningeigenaren. Zij of hun nabestaanden moesten alsnog erfpacht en
straatbelasting over die jaren betalen. Dit terwijl hun eigendom in beheer was
genomen door de Duitsers en zij zelf werden gedeporteerd of moesten
onderduiken.
Gemeente Den Haag
kiest voor moreel rechtsherstel
De gemeente Den Haag was
na 1945 sterk gericht op wederopbouw en koos waar het ging om gemeentelijke
belastingheffing voor een strikt juridische benadering, ook ten aanzien van
Joodse overlevenden en hun nabestaanden. Achteraf vindt de gemeente Den Haag
dat een te eenzijdige houding, zonder begrip voor het leed en de
verschrikkingen die de Joden hadden doorgemaakt. Het gemeentebestuur en de
gemeenteraad van Den Haag hechten eraan het handelen uit die tijd recht te
zetten en hebben daarom besloten tot moreel rechtsherstel. Zij bieden de
mogelijkheid voor moreel rechtsherstel voor Joodse eigenaren of hun
nabestaanden die erfpacht en straatbelasting moesten betalen over 1942, 1943,
1944, 1945 of een van deze jaren. Het bedrag in guldens van destijds wordt
verrekend naar de huidige waarde. In het totaal is hiervoor 2,6 miljoen euro
beschikbaar.
Adviescommissie
voor Individueel Joods Moreel Rechtsherstel
De Adviescommissie voor
Individueel Joods Moreel Rechtsherstel adviseert vanaf 1 januari 2018 de
gemeente over de individuele aanvragen voor moreel rechtsherstel. De commissie
wordt voorgezeten door de heer prof. mr. G.J.M. Corstens, voormalig president
van de Hoge Raad. De andere commissieleden zijn de heer mr. A. Dreese, de heer
mr. R.A. Kiek en mevrouw drs. E. van der Waerden MA, gemeentearchivaris van Den
Haag.
Collectief
rechtsherstel
Na de afronding van het
individueel rechtsherstel zal gestart worden met het collectieve deel van het
rechtsherstel. Dat zal, naar verwachting, in de eerste helft van 2019 gebeuren.
Op dat moment wordt het deel van het gereserveerde bedrag (2,6 miljoen euro) dat
niet individueel is uitgekeerd, ter beschikking worden gesteld aan de stichting
Joods Leven Den Haag, die invulling zal geven aan de besteding hiervan.
Meer informatie
Voor meer informatie neem
contact op met Florine Lengkeek (06-46 59 74 09) of de secretarissen van de
adviescommissie de heer Christiaans of mevrouw Blauw via het mailadres joodsmoreelrechtsherstel@denhaag.nl.
Het aanvraagformulier kunt u vinden op www.denhaag.nl/joodsmoreelrechtsherstel
Chaya
Brasz verduidelijkt enkele punten in de discussie over HONI:
Chaya Brasz
Diverse mensen vroegen mij wat de
werkzaamheden waren die door twee SPI-adviseurs werden verricht. Voor Yossi
Dotan kan ik alleen putten uit het verslag van accountantsbureau Mazars,
Paardekooper en Hoffman. Het was samengevat onder “advieskosten”, opgesplitst
in: (1) Collectieve en individuele verdeling, inclusief KPMG, formulieren e.d.;
(2) Voorbereiden en follow-up (geen deelname aan) vergaderingen SPI; (3)
Financiën helpdesk en SPI algemeen; (4) Diversen.
Wat dat allemaal inhield, weet ik niet,
want ik wist niet wat voor taken hij in die tijd vervulde en zelfs niet dat hij
adviseur was. Voor mijzelf stond er ook een opsomming: (1) Voorbereiden en
uitbrengen van adviezen, vooral inzake macro-gegevens inzake ex-Nederlanders in
Israël; (2) Voorbereiden en ontvangen van delegaties uit Nederland (onder meer Van
der Heijden en Hompes); (3) Voorbereiden en houden van een voordracht tijdens
het seminar in maart 2001; (4) En dergelijke.
Vooral punt 1 en 3 van mijn werkzaamheden herinner ik me goed. Door mijn
studies van de alia naar Israël en aanverwante onderwerpen – m.n. demografisch
onderzoek – ben ik in staat geweest de
verdeling tussen Israël en Nederland op een gunstiger verhouding uit te laten
komen dan zich dat in het begin liet aanzien. De schriftelijke onderbouwing en
mondelinge verdediging heb ik met veel plezier en voor het grootste deel in
mijn vrije tijd uitgevoerd. Natuurlijk wilde ik daar geen geld voor hebben,
want iedereen werkte hard en we dachten allemaal van elkaar dat wij dat deden
als vrijwilligers!
Punt 3 was de voordracht tijdens het seminar in maart 2001. Ik neem aan dat
dat mijn lezing was in de goed met (oud-)Nederlanders gevulde Henry Crown zaal
van het Jerusalem Theater voor de overgekomen minister Zalm en zijn
medewerkers. Ik legde toen uit dat kort na de bevrijding De Leeuw, De Wolff en
De Beer al probeerden om het bezit van vermoorde slachtoffers van de Sjoa naar
hier over te brengen, maar dat er uiteindelijk een Zalm aan te pas moest komen
om dat rond 2000 – althans ten dele – te
verwezenlijken. Bij die gelegenheid heb ik ook demonstratief een pagina
uit mijn Nederlandse paspoort gescheurd, vanwege wat daar op stond afgedrukt
over Nederland tijdens de bezetting. Mensen herinneren mij hier tot op de dag
van vandaag nog wel eens aan. Medewerkers van Zalm stuurden me na afloop nog
grappende mailtjes, dat bij terugkeer in Nederland hun paspoorten waren
gecontroleerd op het eventueel ontbreken van pagina 26… De sfeer was geweldig
positief in die dagen en we verzetten enorm veel werk… als vrijwilligers!
Iemand vroeg me per mail ook nog naar
het bestuur van het “Machon” of “Center” (CRDJ) en de tegenzin tegen het
deelnemen aan HONI. Die tegenzin bestond werkelijk! Maar het was iets
ingewikkelder dan alleen ongeloof in de komst van grote sommen geld. Voorzitter
van het CRDJ was destijds Michael Bavli, oud-ambassadeur van Israël in Nederland. Voor hem was het volkomen
onmogelijk om vanuit die achtergrond (en na de ramp met het ELAL toestel in de
Bijlmer) zijn hand te gaan ophouden bij de Nederlandse overheid. Begrijpelijk
dat hij, toen het vervolgens alleen nog maar daar over ging, het bijltje er bij
neerlegde.
Ithamar
Perath gaf desgevraagd uitleg over de achtergrond van het Amsterdams Jiddisch
scheldwoord: 'frotter hourik':
Een benaming voor een (principieel niet-Joodse)
slechterik.
'frotter'
= verrot, stinkend, afschuwelijk. Zoals 'rotvent'.
'hourik'
= hebreeuws: horẻg = doodmaken.
Bedoeling: sladood, bullebak.
Zeg
gerust: vuile rotkerel.
Als het
te pas komt.
No comments:
Post a Comment