Bericht 122 van
het forum.
25 juni 2017.
Het onderwerp van
de Marorgelden laat ons niet los. In De Limburger van 22/6 verscheen een
kort bericht, terwijl het Niew Israelietisch Weekblad van 23/6 zowel
publiceert over het proefschrift van Christiaan Ruppert over de gang van zaken
bij de onderhandelingen over het totstandkomen van de Maror-restitutiegelden,
als ook een hoofdartikel van Esther Voet met de titel Sterft SPI-onderzoek
een stille dood?.
De text van Sjors
van Beek heb ik voor het forum geredigeerd met weglating van aanduiding van
namen van personen, zoals ingevoerd door het Nederlandse Ministerie van Financiën
bij het rapporteren in deze materie:
Strijd om joods geld nog niet beslecht.
Door
Sjors van Beek.
Een
kwestie die maar niet uit de wereld wil. Boven de joodse wereld in Nederland
hangt al drie jaar de schaduw van een grote fraudeverdenking. Een deel van de
Nederlandse joden in Nederland en Israël wil niets liever dan zand erover. De
boeken sluiten, de betreffende organisaties opdoeken en nooit meer spreken over
vermoedens van fraude. Een ander deel van die joodse gemeenschap is er alles
aan gelegen om, koste wat kost, de onderste steen boven te krijgen. Is er nu
wel of niet grootschalig geknoeid met restitutiegelden voor
Holocaust-slachtoffers, de zogeheten Marorgelden (Morele Aansprakelijkheid Roof
en Rechtsherstel)?
Aanwijzingen
voor dat laatste zijn er genoeg, en recent zijn er weer nieuwe verontrustende
signalen bijgekomen. Maar keihard bewijs ontbreekt tot dusverre, tot frustratie
van enkele klokkenluiders. Zij proberen nu een finaal, allesomvattend onderzoek
op te tuigen dat voor eens en voor altijd een einde moet maken aan deze
onwelriekende kwestie.
De
geschiedenis in een notendop: in 2000 brachten de Nederlandse overheid, de
banken, verzekeraars en effectenhandel samen 364 miljoen euro [waarschijnlijk
bedoeld gulden, E] bijeen als terugbetaling voor tijdens de oorlog geroofde
joodse goederen, zoals banktegoeden en aandelen. Een deel gaat rechtstreeks
naar individuele Holocaustslachtoffers, een deel wordt via een wirwar aan
stichtingen aangewend voor joodse projecten in Nederland en Israël. Vanaf 2001
ontstaan er verdenkingen dat er met de verdeling van dit geld is geknoeid. De
beschuldigende vinger wijst daarbij vooral naar ...
Klokkenluiders
stellen dat er mogelijk tien miljoen euro zijn verdwenen.
Een
eerste accountantsonderzoek in 2001 verdwijnt in een la op het Nederlandse
ministerie van Financiën, dat toezicht houdt op de Nederlandse stichting SAMO
(Stichting Afwikkeling Marorgelden Overheid). Een tweede onderzoek in 2014
sterft eveneens een stille dood en in 2016 volgt een onderzoek van Ernst &
Young, betaald door het ministerie van Financiën. Het eindrapport wordt niet
openbaar gemaakt maar SAMO stelt dat er ‘geen onregelmatigheden zijn
geconstateerd’ en dat ‘de kous af is’.
Aan
Israëlische zijde volgt nog een onderzoek, afgerond in april 2017. Het
rapport, ingezien door deze krant, bevestigt dat er veel vraagtekens rond de
boekhouding zijn. Heel veel documenten – zoals bankafschriften – ontbreken. De
accountants Rosenblum-Holtzman stellen dat er ‘veel reden is voor twijfel en
kennelijke verdenkingen’ over de geldstromen en ze bevelen nader,
diepergaand onderzoek aan. De grote vraag is nu: wie moet dit zoveelste
onderzoek betalen?
Koepelorganisatie
SPI (Stichting Platform Israël) steunt ‘in principe’ verder onderzoek dat
‘belangrijk en noodzakelijk is om de volledige waarheid boven water te
krijgen’, zo is in februari al besloten. Voorzitter ... : ,,Het meest recente
onderzoek bevestigt: er zijn grote vraagtekens. Maar we willen de zaak nu eerst
even heel secuur bestuderen, mede met het oog op de kosten, voor we besluiten
of er wéér een onderzoek komt”.
SPI kan
haar onkosten declareren bij SCMI, de stichting die de Maror-projecten in Israël
coördineert. Die stichting staat echter niet te trappelen om de beurs voor een
vervolgonderzoek te trekken. Op haar beurt heeft SCMI nog geld tegoed van de
Nederlandse stichting SAMO. Die is formeel opgeheven maar moet de kas nog
verdelen. SAMO ziet echter geen reden voor verder onderzoek.
Als
geen enkele organisatie wil betalen, wordt elders geld gezocht, aldus een van
de klokkenluiders, ... : ,,We gaan het er niet bij laten zitten”.
De promotie op
14/6 van Christiaan Ruppert over Eindelijk restitutie – de totstandkoming
van Nederlandse akkoorden over Joodse oorlogstegoeden (1997 – 2000) aan de
VU werd bijgewoond door bijna alle spelers in deze zaak. Daar wordt het
verleden behandeld en dus staat er niets in over de latere problemen bij de
verdeling van dit enorme bedrag.
Esther Voet heeft
het juist over de huidige problematiek van verdenkingen over malversaties en
verkwisting; noemt daarbij man en paard. Een kernprobleem in deze duistere
materie is dat belangrijke documenten niet openbaar worden gemaakt ondanks vele
verzoeken. Dat maakt, op zijn zachtst uitgedrukt, geen goede indruk. En ook de
eerdere onderzoeken leden aan het euvel van onvolledige inzage in de materie. Alle
partijen zijn tijdig in de gelegenheid gesteld om hun reacties op het artikel
kenbaar te maken. De advocaat Bas Le Poole heeft ook gereageerd, en Esther Voet
komt daar volgende week op terug.
Hans Noach
reageert op een eerder bericht:
Vreemd,
Ettelijke maanden gelededen heb ik nogmaals voorgesteld (maar ben daar al
mee bezig vanaf 1980) om alle instellingen, commitees, amoetot enz, samen te
trekken tot een centrale organisatie maar wonderbaarlijk niet een reactie daarop ooit gekregen. Klaarblijkelijk is iedereen
het er mee eens om vrolijk door te gaan met het geld verspillen. Intens droevig
maar een bewezen feit.
Hans Noach
Je mening is wel logisch,
maar gaat tegen de menselijke aard in.
Eldad.
No comments:
Post a Comment