Bericht 141 van
het forum.
20 November 2017.
Shalom Pront
wijst erop dat er nog steeds interesse bestaat binnen onze gemeenschap om de
vragen rondom de Marorgelden op te lossen:
Het ongewenste onderzoek
Het is nu al weer een poosje rustig
geweest sinds de ontwrichting van de Marorzaak. Het meeste werk schijnt gedaan
gezijn, want we horen al een tijdje niets van achter de schermen. Maar van het
weinige dat toch onze richting komt kunnen we wel het een en ander concluderen.
De Marorgelden die verdwenen zijn, zijn
nog steeds verdwenen. En weinigen die er nog naar zoeken. Enkele verkennende
onderzoeken hebben wel uitgewezen dat de toenmalige bestuurders hun
verplichtingen van financiele en inhoudelijke transparantie niet zijn
nagekomen, maar zijn hiervoor niet aangeklaagd. Zelfs zijn enkelen van hen nog
steeds bestuurders in de Kehillia en hebben invloed op de beslissingen van het
huidige bestuur. Het praktische besluit van het huidige bestuur van SPI om geen
diepgaand financieel onderzoek te verrichten heeft weliswaar niets te maken met
doorgestoken kaarten, zoals beweerd bij enkele feilbare critici, maar is
ongetwijfeld wel zwaar gesteund door diegenen die de verantwoordelijkheid voor
de onstatutaire en willekeurige gang van zaken willen ontlopen. Dit is duidelijk
door hun felle tegencommentaar op de bevindingen van bona fide waarnemers. Het
is onaanvaardbaar dat een klein groepje van eensgezinden, hoe knap en bedreven
ze ook mogen zijn, hun eigen agenda voor de verdeling van de publieke
Marorgelden ongevraagd vaststellen volgens een sleutel die zijzelf bepaald
hebben en zonder anderen daarin te kennen. Want dat komt duidelijk naar voren
uit een passage in de brief die een van de onderhandelaars over de Dolmangelden
naar zijn makkers in Tel Aviv stuurde:
Citaat: "Op deze manier hopen wij met elkaar de
Dolman commissie voor de verdeling van de hele 10-11M over onze projecten , of
tenminste een zeer groot deel daarvan, tenminste een verdeelsleutel toe te
spelen van prioriteiten zoals WIJ die met elkaar zien, i.p.v. het helemaal aan
de interpretaties van de commissie en de ambtenaren van VWS over te laten”. Eind citaat.
Wij weten nu langzamerhand wel wie “WIJ”
zijn, maar wat zijn die prioriteiten? Dat heeft niemand ons tot de dag van
vandaag ooit uitgelegd. Maar dat zou wel eens de daadwerkelijke verschillen
tussen statutaire doeleinden en aktuele resultaten kunnen verklaren. Het was de
optimistische gedachte dat deze administratieve kingpinnen en hoofdspelers van
de Marorzaak, goede wegwijzers voor de onderzoekscommissie zouden zijn. Zij
wisten en deden immers alles zelf.
Het is onwaarschijnlijk dat onder
bovengenoemde omstandigheden bedreven administrators zich plots niet herinneren
waar al die kantoorbestanden gebleven zijn, en niet te vergeten de betreurenswaardige
mogelijkheid van computers die toevallig totaal zijn uitgewist. Maar door het
ondoortastende optreden van de huidige leiding voelen de voormalige leiders
zich aangemoedigt om nu de onwetende director te spelen die deze
onverkwikkelijke zaak graag in de doofpot willen zien. Natuurlijk zijn er nog
vele documenten bij recipients blijven hangen, maar om die allemaal op te
sporen en te interpreteren zijn toch vele onderzoekers nodig, die niet voor
niets werken. Het is te hopen dat ergens in de toekomst een student hierover
een proefschrift zou willen schrijven, en zodoende toch de sluier een beetje
zal oplichten. Shalom Pront, 2017.
Invitatie voor de foto-tentoonstelling In
memoriam: gedeporteerde en vermoorde Joodse, Roma en Sinti kinderen 1942 –
1945. Deze wordt op woensdag 6 december om 16:30 geopend in het Ghettto
Fighters’ House Musem (Beit Loachamei Haghettaot). Zie voor meer details de
website van het museum.
De organisatoren
van dit initiatief, Guus Luijters en Alice Pennewaard zullen daar aanwezig zijn.
Hun tentoonstelling was eerder te zien in het Gemeentearchief van Amsterdam
onder grote belangstelling en beide organisatoren gaven een jaar geleden een
lezing over hun werk in beth Juliana.
Hun boek uit 2012
bevat de namen van bijna 18.000 kinderen die omgekomen zijn, en hun
uiteindelijke bedoeling is om zoveel mogelijk van die kinderen ook een
‘gezicht’ te geven.
Herinnering aan het symposium van het Centrum voor
Onderzoek naar de Geschiedenis der Joden in Nederland op de avond van 10 december
en overdag op 11 december betreffende Ego-documenten in de Joodse
geschiedenis. Tijdig opgeven aldaar.
No comments:
Post a Comment